Voorjaarsnota 2025, beleggen in prive of BV?

𝐁𝐞𝐥𝐞𝐠𝐠𝐞𝐧 𝐢𝐧 𝐩𝐫𝐢𝐯é 𝐨𝐟 𝐣𝐮𝐢𝐬𝐭 𝐢𝐧 𝐝𝐞 𝐁𝐕…⁣

De nieuwe percentages van Box 3 veranderen een hoop in 2026!⁣

⁣Een veelgehoorde vraag bij DGA’s: “Kan ik beter in privé gaan beleggen en dan belasting in Box 3 betalen, of kan ik beter geld in de BV laten renderen, en wat gebeurt er dan als het uiteindelijk naar privé gaat?”⁣

In 2026 gaat Box 3 flink veranderen, het heffingsvrij vermogen gaat van € 57.684 naar € 51.396, en het forfaitaire rendement in Box 3 op overig bezit gaat van zo’n 6% naar zo’n 7.77%.⁣

⁣(Die procentuele verhoging is trouwens belachelijk, van die 6% werd altijd gezegd dat deze gebaseerd was op historisch rendement, en dat is nu ineens bijna 2% hoger?)… 🤯⁣

We hebben eens helemaal opnieuw doorgerekend wanneer nou het omslagpunt is in 2026 voor beleggen in de BV of in privé. Lees snel verder hieronder!

Allereerst wil ik de situatie bespreken over de DGA met winstreserves in de BV die vanuit zijn BV belegt. 

De BV betaalt jaarlijks vennootschapsbelasting (VPB) over het gerealiseerde rendement (de winst in deze) van de beleggingen. In 2025 bestaat het VPB tarief uit twee schijven, we gaan ervan uit dat dit in 2026 hetzelfde blijft: je betaalt 19% VPB over de winst tot € 200.000,- en 25.8% over het meerdere.

Wanneer je deze winst naar privé wil halen, betaal je natuurlijk alsnog belasting daarover. Inkomen naar privé halen kan op verschillende manieren: je DGA salaris verhogen, lenen van de BV en dividend uitkeren. Wat is de beste vorm in jouw specifieke situatie? Geen idee, wij houden ervan om juist dat soort vraagstukken te gieten in een financieel plan (want het is afhankelijk van een hoop factoren en wensen).

In dit artikel gaan we even uit van dividend uitkeren. Wanneer de winst na VPB wordt uitgekeerd als dividend, betaal je belasting in Box 2. Een van de voordelen van een BV is dat je deze belasting kunt uitstellen, je betaalt tenslotte pas als je daadwerkelijk dividend uitkeert.

In 2025 bestaat Box 2 uit twee belastingschijven, we gaan ervan uit dat die ook hetzelfde blijven: je betaalt 24.5% belasting over dividenduitkeringen tot € 67.804,- en alles daarboven is belast met 31%. Wanneer je een fiscaal partner hebt (ook wanneer die fiscaal partner niets met de BV te maken heeft) mag je maximaal € 135.608,- uitkeren in de laagste schijf (24.5%). 

Belangrijk om te weten is dat het uitgekeerde dividend na uitkering verhuist van Box 2 naar Box 3, het wordt dan tenslotte privévermogen (waar je ook weer belasting over gaat betalen).

Pieter is DGA van een BV die badeenden verkoopt. Al 15 jaar gaat het erg goed en Pieter bouwt jaarlijks een behoorlijke winstreserve op in die BV. Buiten de gewone activiteiten om besluit Pieter om in de BV een bedrag van € 1.000.000 te gaan beleggen.

Met die beleggingen in de BV behaalt Pieter een uitzonderlijk goed rendement in jaar 1 van 12%, dat is
€ 120.000,-. Dat wordt gezien als winst in de BV. Over dat bedrag betaalt Pieter 19% VPB, dus
€ 22.800,-.

Het bedrag dat na de VPB overblijft (€ 97.200,-) wil Pieter graag naar privé halen door middel van een dividenduitkering. Pieter is getrouwd (en heeft daarmee een fiscaal partner) dus mag twee keer gebruikmaken van de laagste schijf in Box 2 (24.5%). Pieter betaalt dus € 23.814,- belasting in Box 2 en houdt in privé nog € 73.386,- over. Dat bedrag wordt opgeteld bij het vermogen dat Pieter privé al in Box 3 heeft.

De totale belastingdruk (VPB + Box 2) op de oorspronkelijke winst van € 120.000,- wordt 38.8% en er wordt dus eigenlijk belasting geheven op het daadwerkelijk behaalde rendement.

Let op: bovenstaand voorbeeld gaat alleen over het resultaat op de beleggingen, niet op het resultaat over de gewone werkzaamheden binnen de BV.

Laten we eens kijken naar de situatie dat er in privé een behoorlijk Box 3 vermogen is, waarbij de vraag is of het interessant is om naar een BV te brengen. Ook weer met de insteek om met dat vermogen vanuit de BV te gaan beleggen.

Vanaf 2001 betalen we in Nederland in Box 3 belasting over een forfaitair (voor ieder gelijkgesteld) rendement, dat wordt berekend over het vermogen op de peildatum 1 januari. Goed om te weten is dus dat in dat systeem (nog) geen rekening wordt gehouden met daadwerkelijk behaald rendement. 

Wat wel belangrijk is om te zien, is dat het forfaitair rendementspercentage van banktegoeden (dus van spaargeld) achteraf worden bepaald, dus over 2025 wordt dat pas begin 2026 bekend en over 2026 in 2027. Dit percentage ligt dicht bij de daadwerkelijk geldende rente over spaargeld, dus is min of meer al heffing op werkelijk rendement. 

Het is dus vervelend als je wordt belast op basis van een forfaitair rendement wat in werkelijkheid wellicht niet wordt behaald… Voor mensen met veel spaargeld dat niet of nauwelijks rente opleverde, zou het dan ook veel interessanter zijn om belast te worden op basis van het daadwerkelijk behaalde rendement (VPB + Box 2) dan op basis van het forfaitaire rendement in Box 3. Juist daarom was lange tijd een ‘spaar BV’ interessant.

Pieter is vermogend en eigenaar van een BV die al 15 jaar badeenden verkoopt. Jarenlang heeft hij dividend uitgekeerd naar zichzelf en vermogen opgebouwd en met die pot is hij aan het beleggen.

Pieter heeft een belegd vermogen van € 1.000.000,- en heeft een uitzonderlijk goed jaar op de beurs achter zich met een rendement van 12% (€ 120.000,-).

In 2026 met de nieuwe percentages uit de voorjaarsnota ziet Pieter zijn Box 3 belasting er als volgt uit (we gaan er even vanuit dat Pieter ‘alleen’ 1 miljoen aan aandelen in Box 3 heeft):

Box 3 vermogen: € 1.000.000,-

Heffingsvrij vermogen (Pieter is getrouwd) € 102.792,-

Belast in Box 3 (grondslag): € 897.208,-

Belaste beleggingen: € 1.000.000 (x 7.77%)

Belastbaar rendement: € 77.700,-

€ 897.208,- / € 1.000.000,- = 89,72%

89,72% x € 77.700,- = € 69.712,-

Box 3 inkomen = € 69.712,-

36% x € 69.712,- = € 25.096,-

Box 3 belasting = € 25.096,-

2.51% belastingdruk

Laten we alles eens op een rijtje zetten!

Als je een bv hebt, betaal je vennootschapsbelasting (VPB) over de winst en je betaalt inkomstenbelasting (IB) over het dividend dat je uitkeert. De belastingpercentages zijn als volgt:

Wanneer je deze percentages combineert, krijg je de totale belastingdruk voor een BV:

Aan de andere kant, als je belegt in box 3, wordt je vermogen belast met een forfaitair rendement van 7,77% (overige bezittingen) en een belastingtarief van 36%, wat neerkomt op een effectieve belasting van ongeveer 2,80% (in het voorbeeld van Pieter is het heffingsvrij vermogen van invloed).

Het omslagpunt is het rendement waarbij beleggen via een BV voordeliger wordt dan beleggen in Box 3. Dit omslagpunt ligt:

Kort gezegd: beleggen via een BV is gunstiger dan in Box 3 als je werkelijke rendement lager is dan dit omslagpunt. Dus, als je rendement minder is dan 5,15% bij de lage tarieven of 6,45% bij de hoge tarieven, dan is een BV voor jouw beleggingen voordeliger.

De meeste beleggingen renderen beter dan die genoemde rendementen, juist daarom is het vaak interessanter om in de huidige Box 3 / privé te beleggen.

Let op, bovenstaande is ook afhankelijk van het totaal belegd vermogen, dus kan bij andere uitgangspunten ook een andere uitkomst geven.

Let op, Box 3 wordt vanaf 2028 (of nog later…) flink op de schop gegooid. Vanaf dan wordt je belast over inkomen op je vermogen, dus over daadwerkelijk rendement.

Lees er alles over in dit artikel!

De realiteit is vaak anders dan een ‘simpele’ casus op papier. Kijk bijvoorbeeld even terug naar Pieter en zijn badeenden, in de praktijk komt er natuurlijk meer bij kijken dan simpelweg vergelijken wat het verschil is als Pieter hetzelfde bedrag privé in Box 3 zou beleggen. Een goede financieel planner kijkt tenslotte integraal.

Juist daarom is het interessant om een totale situatie in kaart te brengen en te plannen naar iemand zijn of haar specifieke doel.

Meer weten en vrijblijvend eens kijken of een financieel plan op maat iets voor je is? Plan onderstaand een kennismaking!