Fiscale Wijzigingen 2025
𝗪𝐚𝐭 𝐠𝐚𝐚𝐭 𝐞𝐫 𝐯𝐨𝐥𝐠𝐞𝐧𝐝 𝐣𝐚𝐚𝐫 𝐯𝐨𝐨𝐫 𝐣𝐞 𝐯𝐞𝐫𝐚𝐧𝐝𝐞𝐫𝐞𝐧?
Plus rekenvoorbeelden…
Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker. Yeah right!
Een meerderheid van de ondernemers ervaart het huidige Nederlandse belastingstelsel als onnodig complex. Men ziet door de bomen het bos niet meer (en betaalt daardoor onnodig te veel).
De regels, percentages en mogelijkheden veranderen ook nog eens ieder jaar… Daarom leek het me handig om eens op een rijtje te zetten wat er komend jaar allemaal weer verandert voor ondernemers.
➡️ Box 1 krijgt een extra schijf erbij
➡️ Box 2 de hoogste schijf wordt een iets lager percentage
➡️ Concreet ‘nieuws’ en acties rondom Box 3 / daadwerkelijk rendement
Wil je wat meer de diepte in, uitgebreid lezen wat de wijzigingen inhouden en vooral rekenvoorbeelden zien wat er verandert? Lees dan hieronder door!
Box 1
Tot en met 2024 was het tarief in de eerste en tweede schijf hetzelfde. Vanaf 2025 wordt het tarief in de eerste schijf verlaagd, wat feitelijk resulteert in een extra tariefschijf binnen de inkomstenbelasting.
Het doel hiervan is het verlichten van de belastingdruk voor mensen met een laag of middeninkomen.
In verband hiermee wordt het tarief in de tweede schijf verhoogd naar 37,48% voor inkomens tot €76.817. Het hoogste belastingtarief blijft ongewijzigd.
Door de wijziging van de tarieven in box 1 verandert het maximale aftrekpercentage voor de hypotheekrenteaftrek, ondernemersaftrek, MKB-winstvrijstelling, tbs-vrijstelling en persoonsgebonden aftrek. Belastingplichtigen met een box 1-inkomen in de tweede en derde schijf kunnen deze aftrekposten in 2025 tegen 37,48% verrekenen. Dit levert een groter voordeel op dan in 2024.
Praktisch gezien betekent dit dat de pensioenbelegging tegen een hoger percentage mag worden afgetrokken dan in 2024. Echter, voor de berekening van de jaarruimte voor pensioenbeleggen geldt in 2025 de volgende formule:
Jaarruimte = (bruto inkomen x 30%) – (6,27% x AOW-franchise) – pensioenaangroei werkgever
De AOW-franchise stijgt in 2025 van €17.545 naar €18.475, waardoor de beschikbare jaarruimte afneemt.
Tip: Controleer je reserveringsruimte om te zien of je eventuele tekorten kunt compenseren.
Voorbeeld bij een DGA salaris van € 56.000,-
Box 2
Het box 2-toptarief daalt van 33% naar 31%. Daarnaast wordt de grens van de eerste schijf verhoogd van €67.000 naar €67.804. Als je overweegt om meer dan €67.000 aan dividend uit te keren, kan het dus voordelig zijn om daarmee te wachten tot 2025.
Gevolg:
Door het verlaagde tarief in box 2 ontstaat er een mogelijkheid om de belastingdruk te verminderen door een groter deel van de winst als dividend uit te keren in plaats van als loon. Dit maakt het aantrekkelijker om het DGA-salaris te verlagen (wanneer mogelijk) en een hogere dividenduitkering te doen.
Let op:
Het salaris in box 1 draagt bij aan de pensioenopbouw, zowel binnen de BV als extern. Door het salaris te verlagen en meer dividend uit te keren, kan de jaarruimte voor pensioenopbouw afnemen. Dit vraagt om een zorgvuldige financiële planning.
Voorbeeld: Dividenduitkering van €70.000 (zonder fiscaal partner)
Het effect is dus groter bij hogere dividenduitkeringen, hieronder een voorbeeld van een dividenduitkering van € 150.000 (zonder fiscaal partner)
Box 3
De veelbesproken Box 2! Een korte samenvatting met hoe het nu ook alweer zit…
Onrechtmatigheid Box 3-stelsel en toekomstige veranderingen
In 2021 oordeelde de Hoge Raad dat het sinds 2001 gebruikte forfaitaire rendement in het box 3-stelsel onrechtmatig was. Voor spaarders bleek het verwachte fictieve rendement niet realistisch. Het kabinet besloot dat spaarders in de toekomst belast moeten worden op basis van hun daadwerkelijke rendement, maar dit vereist een ingrijpende hervorming. De Belastingdienst kampt echter met verouderde systemen en een hoge werkdruk, wat de invoering bemoeilijkt.
Tegenbewijsregeling
Vanaf medio 2025 kunnen box 3-belastingplichtigen hun werkelijke rendement aangeven via het formulier ‘Opgaaf Werkelijk Rendement’. Dit geldt als een verzoek tot ambtshalve vermindering, waardoor ze in aanmerking komen voor rechtsherstel.
Uitstel nieuwe wetgeving
Door kritiek van de Raad van State is de invoering van het nieuwe box 3-stelsel uitgesteld tot minstens 2028. Dit leidt naar verwachting tot een inkomstenverlies voor de Staat van ongeveer €2,4 miljard. Om dit te compenseren worden beleggers vanaf 2026 zwaarder belast, terwijl de belastingdruk voor spaarders vrijwel gelijk blijft.
Tip:
Zorg dat je op 1 januari zoveel mogelijk spaargeld hebt staan. Vanaf maart kan dit spaargeld weer worden belegd, mits het op 31 december opnieuw als spaargeld wordt aangehouden. Houd daarbij een minimale periode van drie maanden tussen verkoop en terugkoop aan, anders ziet de Belastingdienst dit alsnog als belegging.
Overig
Overdrachtsbelasting
Het huidige algemene tarief voor overdrachtsbelasting bedraagt 10,4%. Voor woningen die als hoofdverblijf dienen, geldt een verlaagd tarief van 2%.
Volgens de nota van wijziging van 28 oktober 2024 wordt vanaf 2026 een algemeen woningtarief van 8% ingevoerd voor woningen die niet als hoofdverblijf worden gebruikt, zoals tweede woningen of vakantiewoningen. Het algemene tarief van 10,4% blijft van toepassing op niet-woningen, zoals bedrijfspanden.
Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)
- Afschaffing dienstbetrekkingseis in de inkomstenbelasting:
De vereiste dat de bedrijfsopvolger minimaal 36 maanden in dienst moet zijn bij de onderneming voordat de doorschuifregeling van toepassing is, wordt afgeschaft. - Invoering minimumleeftijd:
Vanaf 2025 geldt een minimumleeftijd van 21 jaar voor de bedrijfsopvolger bij schenkingen in de schenk- en erfbelasting (BOR) en de inkomstenbelasting (DSR). Deze eis geldt niet bij vererving. - Wijziging vrijstellingspercentage:
De BOR-vrijstelling wordt verhoogd naar 100% van de goingconcernwaarde tot €1,5 miljoen en 75% voor het meerdere. In 2024 was dit nog 100% tot €1.325.253 en 83% voor het resterende bedrag. - Verkorting en versoepeling van de voortzettingstermijn:
De voortzettingstermijn wordt per 1 januari 2025 ingekort van vijf naar drie jaar.
Giftenaftrek voor ondernemers
- Ongewijzigde giftenaftrek in de inkomstenbelasting:
De aangekondigde wijzigingen uit het Hoofdlijnenakkoord gaan niet door. De huidige regels voor de giftenaftrek blijven bestaan, inclusief de drempels, plafonds en het aftrektarief. De voorgenomen uniformering van gewone en periodieke giften per 2028 is van de baan. - Afschaffing giftenaftrek vanuit de vennootschap:
De mogelijkheid om giften vanuit een vennootschap aan een ANBI of SBBI belastingvrij te doen vervalt. Zulke giften worden vanaf 2025 aangemerkt als een uitdeling aan de aandeelhouder in privé, gevolgd door een privé-gift. Hierdoor zijn deze giften niet langer vrijgesteld van belasting in box 2 en wordt dividendbelasting van toepassing.
Vrijblijvende kennismaking!
Meer weten en vrijblijvend eens kijken of een financieel plan op maat iets voor je is? Plan onderstaand een kennismaking!
